Meedenken in de Utrechtse Planprocedure

Utrecht kent bij belangrijke herontwikke­lingen een leidraad voor de participatie. Daarin onderscheidt zij vier niveaus.

De vier niveaus voor complexe ruimtelijke ontwikkeling in het Utrechtse Planproces:

  • Informeren: als voorwaarde voor een geslaagd proces.
  • Raadplegen: vragen om meningen, ervaringen en ideeën. De ontwikkelaar bepaalt de agenda en gebruikt de reacties van betrokkenen om plannen te maken of te verbeteren. De reacties zijn niet bindend.
  • Adviseren: belanghebbenden die participeren kunnen problemen, belangen en oplossingen aandragen. De ontwikkelaar bepaalt de agenda, maar de reacties van betrokkenen spelen een belangrijke rol bij het ontwikkelen van plannen. Als de ontwikkelaar de adviezen niet overneemt, moet hij/zij dat motiveren.
  • Co-creëren: partijen gaan vroegtijdig met elkaar aan tafel om over uitgangspunten en het plan te praten. Die partijen en de ontwikkelaar bepalen samen de agenda en zoeken gezamenlijk oplossingen.
De brainstorm Wolvenplein leverde in 2014 bovenstaand beeld

De ontwikkelaar en de gemeente hebben besloten dat initiatiefnemers zoals De Witte Wolf en Mitros en georganiseerde bewonersgroepen uit de directe omgeving gelegenheid krijgen om te adviseren. Als de ontwikkelaar de adviezen niet overneemt, moet hij/zij dat dus motiveren.

Dat adviseren gaat plaatsvinden in drie Brainstormgroepen: over de thema’s openbare ruimte, wonen en werken & horeca. In de brainstormgroepen zitten vertegenwoordigers van diverse belangengroepen, zodat alle belangen op tafel komen. Een ieder kon zich daarvoor melden na de informatiebijeenkomst van 20 juli. De ontwikkelaar noemt het participeren ‘Meedenken’.

Inmiddels zijn voor alle brainstormgroepen deelnemers uitgenodigd en hebben de eerste bijeenkomsten plaatsgevonden. De verslagen van de brainstormgroepen worden na vaststelling gepubliceerd op de projectwebsite wolvenpleinontwikkelt.nl en zie ook wolvenpleinontwikkelt – participatie

De Utrechtse Planprocedure

De herbestemming van de gevangenis vereist een Bestemmingsplan en dat kan uitsluitend door de gemeenteraad worden vastgesteld. In een vorig bericht waren we daarover niet duidelijk.

In Utrecht zijn er verschillende procedures met afspraken hoe er gekomen wordt tot een bestemmingswijziging. De afbeelding onder geeft de stappen van de ‘Utrechtse PlanProcedure’ (UPP) 1 en 2 weer. Voor de herontwikkeling van Wolvenplein is besloten om UPP 2 leidend te laten zijn. De gelegenheid voor de gemeenteraad om de omgevingsvisie en het stedenbouwkundige plan te bespreken ontbreekt daarin. De bouwenvelop met die plannen wordt door het College van B&W vastgesteld, al kan er nog wel 6 weken op gereageerd worden.

Daarna volgt de uitwerking tot het gewijzigde bestemmingsplan. De gemeenteraad keurt via deze weg het bestemmingsplan meestal met weinig op- en aanmerkingen goed, als teken van vertrouwen in een aan het college gedelegeerde procedure.

Bij het Wolvenplein is die kans groot als de ontwikkelaar zich aan zijn plan conform de visie houdt. Reden voor de keuze voor deze procedure is de al door de gemeenteraad vastgestelde Visie herbestemming Wolvenplein. De gemeente heeft wel als voorwaarde gesteld dat de participatie conform haar leidraad moet plaatsvinden.

Reacties zijn gesloten.